weckfles 3

Pagina top navigatie elementen

Proef met de weckfles: presenteren van resultaten

Transcript

LEERKRACHT: Wat is het meeste waarvan jij dacht: wow?
LEERLING: Dat de spekkies weg waren.
LEERKRACHT: Oké! Dana, wat was het meeste waarvan jij dacht: wow?
LEERLING: Ja ik dacht: die spekkies zullen wel onderop liggen maar  bovenop lag zo’n hele dikke korst.
LEERKRACHT: Hadden jullie dezelfde proef?
LEERLING: Eh nee, wij hadden het wel anders gedaan.
LEERKRACHT: Welke hadden jullie?
LEERLING: Wij hadden ehm, ijsthee en spek.
LEERKRACHT: En jullie, Wouter?
LEERLING: Eh, bitter lemon en spekkies.
LEERKRACHT: Hm. Alle twee koolzuurhoudend? Met prik derin?
LEERLING: Ja bij ons wel.
LEERLING: Ja bij ons…
LEERLING: Met.
LEERKRACHT: Ook met. Zat er bij jullie zonet nog prik in?
LEERLING: Nee.
LEERLING: Bij ons wel!
LEERLING: Bij ons heel veel!
LEERKRACHT: Dat is een leuke, hoe kan dat nou?
LEERLING: Juffrouw, wij hebben nu ook een mandarijn in bitter lemon en een mandarijn in ijsthee  en kijken wat het verschil is met prik enzo.
LEERKRACHT: Leuk, dat gaan we opzetten!
LEERLING: Of de mandarijn er dan anders uitziet bij ijsthee dan bij bitter lemon.
LEERKRACHT: Ja, misschien is bitter lemon sterker inderdaad, maar waarom…
LEERLING: Denk het wel!
LEERLING: Denk dat er meer prik in zit!
LEERLING: Misschien ook omdat het bitter is.
LEERLING: Maar ijsthee zit meestal veel  prik in.
LEERKRACHT: Maar eigenlijk zou je nu ook zeggen: oké als je dus een soort hebt waar minder prik in zit, of waar minder… dat het misschien beter is voor je dan. Gaan we een onderzoek doen! Misschien is het wel leuk om een onderzoek te doen met allemaal frissoorten, dus een mandarijn met cola, mandarijn met bitter lemon, mandarijn met ijsthee, mandarijn met sinas. Dat is leuk!
LEERLING: (…) hetzelfde.
LEERKRACHT: Wel een beetje hetzelfde, ja, maar ik dacht ook dat (…) bitter lemon hetzelfde waren! Hè? Dennis! Heb je iets waarvan je dacht: wow?
LEERLING: Wij hadden.. ja dat ehm we hadden dat eh onderin was zo’n hele dikke laag. En de tomaat bleef gewoon hetzelfde als die was.
LEERKRACHT: Oké! Jeroen, had jij ook een wow-moment?
LEERLING: Ja, ehm. Dat eh, ja, met de schimmel (…)heel hard.
LEERKRACHT: De schimmel was heel hard.
LEERLING: (…) pudding was ofzo.
LEERKRACHT: Ja hè, ja. Oké! Joshua, jullie wauw-moment?
LEERLING: Ehm, (…)
LEERKRACHT: Niet dat die tomaat tegen die (…) aankwam?
LEERLING: Eh dat eh de yoghurt ja eigenlijk, best wel vloeibaar, meer vloeibaar was dan ie was.
LEERKRACHT: Oké!
LEERLING: (…) gewoon net een soort van melk maar dan anders…strakjes bij ons ook helemaal verkleurd waren en ze waren gewoon een soort…  gelatine, eh, kleurstof en alles lag helemaal onderop de bodem. Dus het was niet meer eh…
LEERKRACHT: Oké! En zouden dan ook die twee pakken yoghurt en melk weer meer bij elkaar komen? Weet je nog waar we het laatst over hadden? Over die vet enzo?
LEERLING: Ja die melk die leek eerder op yoghurt en de yoghurt leek op melk.
LEERKRACHT: Ja! Hmm… we hebben de pakken nog wel bewaard, gaan we nog eens even op letten morgen, wat het nou precies was. Ja hè, onderzoekje hè? Genion, wauw-moment? Of dat je dacht: iew!
LEERLING: Ja, de knoflook was ook vloeibaar geworden.
LEERKRACHT: Ook zachter, ook dunner hè, ja. En wat zat er bij jullie in ook alweer? Druiven met?
LEERLING: Azijn en knoflook.
LEERKRACHT: Oké. En wat heeft, wat heeft overheerst het zeg maar om in die druiven te gaan, de azijn of de knoflook?
LEERLING: De knoflook.
LEERLING: De azijn.
LEERKRACHT: De azijn, en waarom?
LEERLING: Echt heel zuur …
LEERKRACHT: Dus de azijn is echt in die druiven getrokken. Oké, nou! Oké, eh, ik ga straks ook nog even de kaartjes bekijken en dan haal ik er even wat uit wat in ieder geval ook nog misschien wel snel gezien kan worden door groep 8. En anders moet groep 8 de laatste week nog maar even terugkomen (…).
LEERLING: Ik zou niet naar (…) gaan.
LEERKRACHT: Nee hè, ik zou terugkomen hè, voor dat proefje.
LEERLING: (…)
LEERKRACHT: Ja of zij gaan blauwalg zoeken voor ons, en dat in een potje doen.
LEERLINGEN: Ja!
(…)
LEERLING: (…) had blauwalg  in een potje gedaan en in onze  regenton gedaan, en de volgende dag was het weg.
LEERKRACHT: Echt? En hebben jullie geen blauwalg, of geen algen?
LEERLING: Nee.
LEERKRACHT: Vraag eens aan Paul  of ie dat nog eens wil halen! Wil ik wel eens volgen wat er dan gebeurt.
LEERLING: Waar kan je dat kopen dan?
LEERLINGEN: (…) kopen (…) zoeken (…)
LEERLING: Het is geel.
LEERKRACHT: Ziet het er ook wel eens blauw uit, blauwalg?
LEERLING: Bacteriën.
LEERLING: Ja soms wel, maar...
LEERLING: Het is gewoon heel vies.
(…)

Wat zie ik hier?

• School: Basisschool ‘t Montferland
• Groep: 7/ 8
• Les: Proef met de weckflessen
• De leerlingen hebben enkele weken geleden in groepjes een onderzoeksvraag geformuleerd over het samenvoegen van verschillende etenswaren (bv melk en tomaten) en wat er verandert in de samenstelling als je deze ruim een maand in een weckfles laat zitten. De weckflessen zijn opengemaakt en bestudeerd. In dit fragment bespreekt de leerkracht met de leerlingen de resultaten van de verschillende onderzoeken.

Wat doet de leerkracht?

De leerkracht geeft de leerlingen de ruimte om te vertellen over wat ze het meest bijzonder aan hun onderzoek vonden: het 'wow-moment'. Ze is nieuwsgierig naar de antwoorden van de leerlingen. Ze vraagt regelmatig door en verbindt conclusies aan de bevindingen van de leerlingen. Ze denkt hardop na. Zo stelt ze voor om naar aanleiding van dit onderzoek een vervolgonderzoek te doen met verschillende soorten frisdranken.

Wat doen de leerlingen?

De leerlingen vertellen elkaar de belangrijkste conclusies van hun onderzoek. Hoe zien de voedingsmiddelen er na al die tijd uit? Hoe ruikt het? Wat is er veranderd? De leerlingen geven hier soms ook een verklaring voor. Eén leerling denkt dat de verandering van de inhoud van de weckfles iets te maken heeft met de hoeveelheid koolzuur in de frisdrank. Dit levert weer nieuwe onderzoeksvragen op.  

lesfasen